Lacrosse basis regels voor kinderen
LacrosseInhoudsopgave
Lacrosse Regels
Elk team mag tien spelers tegelijk op het veld hebben.
Er zijn drie aanvallers, drie middenvelders, drie verdedigers, en een keeper.
De aanvallende spelers mogen alleen op de helft van het veld blijven waar zij op schieten.
De verdedigers mogen alleen op de helft van het veld blijven die zij verdedigen.
Middenvelders spelen zowel aanvallend als verdedigend en kunnen overal op het veld uit de voeten.
De keeper verdedigt het net en is de enige speler die zijn handen kan gebruiken om de bal te vangen. Elk team probeert te scoren op het doel van het andere team.
De spelers gebruiken lacrosse-sticks om de bal naar elkaar te passen, te verdedigen en vooral om te proberen doelpunten te maken.
De lacrosse bal is een ronde rubberen bal.
De scheidsrechter zal het spel stoppen als de bal buiten de lijnen gaat, een team scoort, of als een speler een regel heeft overtreden.
In sommige gevallen wordt een speler voor een penalty uitgemaakt en moet hij een korte tijd zitten, waardoor het andere team in het voordeel is.
Cradling is wanneer spelers de lacrosse bal heen en weer bewegen in de zak van hun stick, om ervoor te zorgen dat de bal niet uit hun stick valt terwijl ze met de bal over het veld rennen.
Het team met de meeste doelpunten aan het eind van de wedstrijd wint!